Toelichting wachtlijsten

Iedere kandidaat-huurder komt op de wachtlijst(en) te staan van de door hem/haar gemaakte keuzes. Deze lijsten zijn lang of langer, afhankelijk van gemeente, wijk en type.

In theorie zou iedere kandidaat-huurder naarmate hij/zij langer is ingeschreven gunstiger gerangschikt moeten komen te staan. Dit is evenwel niet altijd zo. Hierna geven wij daaromtrent enige toelichting en voorbeelden.

  1. Keuze sluit niet aan bij toewijzingsregels:
    De meest voorkomende gevallen waarbij een kandidaat minder gunstig gerangschikt komt te staan zijn de volgende :
    • Een kandidaat-huurder die ingeschreven is voor woningen of appartementen die niet aan zijn/haar gezinssamenstelling beantwoorden zal verder op de wachtlijst komen te staan, naarmate er nieuwe inschrijvingen binnenkomen van kandidaten die wel voldoen aan de gezinssamenstelling.
    • Een kandidaat-huurder die ingeschreven is voor gemeenten, waar hij/zij geen recht heeft op de voorrangsregel “prioriteit gemeente” zal verder op de wachtlijst komen te staan, naarmate er nieuwe inschrijvingen binnenkomen van kandidaten die wel recht hebben op de voorrangsregel “prioriteit gemeente”.
  2. Wettelijke voorrangsregels:
    Een kandidaat, die na u is ingeschreven, komt plots vóór u te staan, zelfs al sluit uw keuze perfect aan bij de toewijzingsregels. Dit kan slechts in het geval de betrokken kandidaat-huurder recht heeft of krijgt op één van de elf wettelijke voorrangsregels. Negen van die elf komen zelden of nooit voor, twee daarvan af en toe : “prioritaire mutatie” (gemiddeld 5 gevallen per jaar) en “huurder van een onbewoonbaar verklaarde woning” (gemiddeld 2 gevallen per jaar). Dit zijn dus echte uitzonderingsgevallen.
  3. Voorrang omwille van de gewone voorrangsregels:
    Een kandidaat, die vóór u is ingeschreven, maar door de toewijzingsregels toch na u gerangschikt stond, komt plots opnieuw vóór u te staan:
    • Naar aanleiding van de actualisatie heeft die kandidaat een keuze gemaakt, waarvoor hij/zij voorheen niet was ingeschreven.
    • Door wijziging in gezinssamenstelling, woonplaats of leeftijd heeft de betrokken kandidaat ook recht op een prioriteit, die hij/zij voorheen niet had.

Enkele voorbeelden:

  • Iemand woonde – in tegenstelling tot uzelf – nog geen drie jaar in de gemeente van uw keuze. U stond dus gunstiger gerangschikt dan de vóór u ingeschreven kandidaat. Na verloop van tijd woont betrokkene wel drie jaar in de gemeente en heeft dus ook recht op “prioriteit gemeente”. Hij/zij komt dus vóór u te staan, daar hij/zij vroeger was ingeschreven.
  • Een gezin met 1 kind staat ingeschreven voor woningen met 3 slk. Uzelf hebt twee kinderen en stond dus gunstiger gerangschikt dan de vóór u ingeschreven kandidaat. Het gezin krijgt echter een tweede kindje. Zij krijgen ook de voorrang omwille van de gezinssamenstelling en komen vóór u te staan, daar het gezin vroeger was ingeschreven.
  • Een kandidaat is 64 jaar en is ingeschreven voor een woning met voorrang 65+. Uzelf bent 66 jaar. U stond bijgevolg gunstiger gerangschikt dan de vóór u ingeschreven kandidaat. De betrokken kandidaat wordt 65 jaar en krijgt bijgevolg ook de voorrang omwille van leeftijd en komt dus vóór u te staan, daar hij/zij vroeger was ingeschreven.